Participatieve democratie in dienst van het klimaat

Hoe kan participatieve democratie onze aanpak van het klimaatbeleid veranderen en zorgen voor meer betrokkenheid van de burger? Hoe groot is het potentieel van burgerparticipatie in de besluitvorming?

 

Participatieve democratie is een essentieel fundament om burgers bij het besluitvormings­proces te betrekken. De Burgerraad voor het Klimaat is een uitstekend voorbeeld van deze benadering omdat de burgers een actieve rol krijgenbij de uitwerking van het klimaatbeleid. Welke lessen kunnen wij trekken uit deze ervaring?

Voelt u zich geroepen om deel te nemen aan een participatief project? Dit artikel beschrijft een aantal goede praktijken geplukt uit de ervaring met de Burgerraad voor het Klimaat die wellicht van nut kunnen zijn.

  • Een willekeurige selectie van deelnemers: Om te beginnen, wordt een uitnodiging gestuurd naar 10.000 willekeurig gekozen personen. Uit de antwoorden wordt vervolgens een tweede steekproef geloot, rekening houdend met verscheidene sociaal-demografische criteria (leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, …). Deze methode voorkomt vooringenomenheid bij de selectie en zorgt voor een diversiteit aan profielen en zienswijzen.

Het blijft echter moeilijk om alle bevolkingsgroepen samen te krijgen. Sommige mensen voelen zich misschien wat ongemakkelijk bij het lezen van een brief die in hun brievenbus valt of staan wantrouwig tegenover berichten afkomstig van de overheid. Anderen voelen zich wellicht niet betrokken of vinden dat hun mening er niet toe doet. Daarom is het belangrijk om bovenop de uitgelote steekproef bijkomende inspanningen te doen om nadere informatie te geven of een aantal plaatsen voor te behouden voor bevolkingsgroepen die anders niet of nauwelijks vertegenwoordigd zouden zijn.

  • Informatie en vorming van de deelnemers: Effectieve participatieve democratie vereist goed geïnformeerde deelnemers. De Burgerraad voor het Klimaat verstrekt grondige informatie over de vraagstukken die worden besproken zodat burgers met kennis van zaken kunnen bijdragen aan de debatten en de aanbevelingen. Het is echter geen aanpak ex-cathedra! Via een bottom-up benadering is het de bedoeling om deelnemers de kans te geven bronpersonen van administraties, de associatieve wereld en universiteiten te ontmoeten, zelf bezoeken af te leggen, vragen te stellen en een eigen mening te vormen. En dat alles vanuit hun eigen beleving en perceptie.

 

    (c) Bryapro

       

      • Een inclusieve methode: Professionele begeleiders staan klaar om de groep te coachen en te ondersteunen en een constructief en inclusief debat aan te moedigen. De rol van de begeleiders is essentieel:
      1. Een veilige en inclusieve omgeving scheppen: De begeleider moet een klimaat van vertrouwen tot stand brengen waarbij alle deelnemers zich vrij voelen om zich uit te drukken zonder bang te zijn om beoordeeld te worden. Van meet af aan worden regels afgesproken zoals bereidwilligheid, spreken in de ik-vorm, actief luisteren, respect voor andermans mening en vertrouwelijkheid (de  Chatham house rule).
      2. Het proces structureren: De begeleider stelt een gedetailleerd plan op voor het verloop van de bijeenkomst of workshop, waarin de doelstellingen, de stadia en de timing van het proces zijn vastgelegd.
      3. De communicatie vergemakkelijken: de begeleider moedigt alle deelnemers van de groep aan om deel te nemen door open vragen te stellen, de kernpunten samen te vatten en ideeën te helpen verduidelijken. Door gebruik te maken van verschillende gesprekstechnieken die zijn aangepast aan elk type persoonlijkheid, zorgt men ervoor dat elke deelnemer in de gelegenheid komt om zich uit te drukken.
      4. Conflicten beheersen: Bij onenigheid of spanningen komt de begeleider tussenbeide om conflicten constructief op te lossen en ervoor te zorgen dat iedereen zich gehoord voelt.
      5. De besluitvorming bevorderen: de begeleider begeleidt de groep tijdens het besluitvormingsproces en zorgt ervoor dat alle opties worden bekeken en dat beslissingen op een doordachte en eensgezinde wijze worden genomen.
      6. Het proces te documenteren en samenvatten: hij of zij maakt aantekeningen van de gesprekken en de genomen beslissingen en vat deze informatie daarna samen om ze voor iedereen inzichtelijk te maken.
      7. Het proces evalueren: Na de bijeenkomst of workshop verzamelt hij of zij de feedback van de deelnemers om sterke punten en elementen die in volgende sessies voor verbetering vatbaar zijn te achterhalen.

      Transparantie en follow-up: Vóór het proces start, is het essentieel dat er transparantie bestaat over de doelstelling die de opdrachtgever (hier is dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering) voor ogen heeft bij het opzetten van een burgerraad en bij de vraag aan burgers om over een welbepaald thema aanbevelingen te doen. Zo zijn deelnemers en begeleiders tijdens het hele proces bekend met het uiteindelijke doel. Aansluitend bij het proces worden de aanbevelingen publiek gemaakt en meegedeeld aan de instanties die een rol spelen bij de toepassing ervan. De geloofwaardigheid van het proces staat of valt uiteraard met de mate waarin de aanbevelingen effectief worden opgevolgd. Zo moet de Regering in het geval van de Burgerraad voor het Klimaat telkens na drie maanden en na een jaar met een antwoord komen. En de opvolgingscommissie van 10 vrijwillige burgers is er om haar tot de orde te roepen als dat nodig zou blijken.

      Burgerraad voor het Klimaat benadrukt het belang van participatieve democratie als instrument om beleid dichter bij de werkelijke bekommernissen van de burgers te brengen, met impulsen om te komen tot een open en inclusief bestuur.

      Het is interessant om zien hoezeer maatschappelijke vraagstukken centraal stonden in de debatten die de deelnemers aan de Raad hebben gevoerd tijdens de twee cycli die al hebben plaatsgevonden (de eerste rond wonen en de tweede rond voeding). Dit streven naar sociale rechtvaardigheid, met de nadruk op het feit dat geen enkele burger mag worden uitgesloten van de klimaattransitie zou waarschijnlijk niet zo op de voorgrond zijn getreden als de samenstelling van het panel minder divers was geweest.

      Uiteindelijk versterken projecten zoals de Burgerraad voor het Klimaat niet enkel de strijd tegen klimaatverandering, maar blazen ze ook de democratie zelf nieuw leven in en tonen ze aan dat actieve burgerparticipatie niet alleen wenselijk maar ook essentieel is om de uitdagingen van onze tijd aan te pakken.

      Dit soort ervaringen draagt bij aan:

      • Een grotere legitimiteit van het overheidsbeleid: Door burgers rechtstreeks bij de besluitvorming te betrekken, krijgen de genomen beslissingen een grotere legitimiteit met een groter draagvlak, wars van losse politieke belangen.
      • Meer kwaliteit in de besluitvorming: De diversiteit aan invalshoeken en kennis leidt tot meer innovatieve oplossingen die aansluiten bij de reële behoeften van de bevolking.
      • Het mondiger maken en motiveren van burgers: Bij deelnemers aan initiatieven zoals de Burgerraad voor het Klimaat neemt het burgerbesef en het verantwoordelijkheids­gevoel in maatschappelijke kwesties toe, wat aanzet tot zowel individuele als gezamenlijke actie.
      • Anticipatie op conflicten: Via participatieve democratie worden de bedenkingen van de burgers in een vroeg stadium van het besluitvormingsproces opgepikt en besproken, wat het risico op betwisting en verzet verkleint.

       

      Ook lezenswaard: Wat zijn de resultaten na twee cycli van de Burgerraad voor het klimaat?