Vlees, verspilling … Wat zijn de prioriteiten van de burgers?

In het burgeradvies over voeding worden drie actieprioriteiten genoemd:  de vleesconsumptie doen dalen, verspilling tegengaan en duurzame en lokale voeding ondersteunen … Wat zijn de belangrijkste hefbomen om dat te bereiken? Wat verwachten de burgers van het Gewest en de distributiesector? Klik hier om de belangrijkste voorstellen te lezen.

(c) Bryapro

In totaal omvat het advies 56 aanbevelingen. Hoewel de aanbevelingen in de eerste plaats gericht zijn op het beleid van het Gewest, hebben ze ook betrekking op de private actoren in de voedingssector, omdat de burgers inzicht hebben in de hele keten en de noodzaak inzien om collectief te werken aan een paradigmaverschuiving. Het advies van de burgers is daarom onderverdeeld in hoofdstukken die elk gericht zijn op een specifiek bevoegdheidsniveau of een specifieke actor.

Voor het Gewest: de Good Food-strategie nog verder ontwikkelen

Sinds 2016 voert het Gewest de Good Food-strategie uit die met name gericht is op de vestiging van deugdzame winkels en de invoering van een duurzaam aanbod om de vraag te stimuleren. Om nog een stap verder te gaan, hebben de burgers voorgesteld om een ecoscore in te voeren die met andere gewesten en actoren uit de supermarktsector besproken kan worden. Beseffende dat de regulering van privéreclameruimten niet onder de verantwoordelijkheid van het Gewest valt, stelt de Raad voor om de gewestelijke reclameruimten te reguleren (met inbegrip van JC Decaux, Clear Channel, die van de MIVB …) om het onmogelijk te maken om in deze ruimten reclame te maken voor junkfood of producten met een grote milieu-impact en dus om meer sensibiliseringscampagnes te voeren in die reclameruimten.

  • Duurzame initiatieven subsidiëren

Inflatie, biologische producten die te duur zijn, boeren in moeilijkheden: de balans tussen een eerlijke verloning en aankoopprijs is niet eenvoudig. Ondanks deze complexe balans is de rode draad van het burgeradvies om gezondere eetgewoonten aan te moedigen en te proberen deze toegankelijker te maken dan nu het geval is. De Raad stelt daarom onder andere voor om de btw op duurzame producten te verlagen en de winst uit belastingen op ongezonde producten te herverdelen om duurzame initiatieven te subsidiëren.

  • De publieke voedingssector transformeren

Het aanbod van grootkeukens is niet opgewassen tegen de uitdagingen van duurzame voeding. Toch eet een groot deel van de bevolking bijna één op de twee maaltijden buitenshuis. Er moet dus actie worden ondernomen in verband met de voeding die wordt aangeboden in grootkeukens (schoolkantines, kantines van overheidsadministraties …). Het Gewest en zijn openbare diensten hebben de plicht om het goede voorbeeld te geven, aan te zetten tot verantwoorde praktijken en deze verandering aan te moedigen, of het nu gaat om de grootkeukens, de begeleiding van de beroepen bij de transitie of een beter beheer van onverkochte producten in Brussel. De Raad stelt daarom voor om het gebruik van dierlijke eiwitten in grootkeukens met 50% te doen dalen en een verplicht vegetarisch menu in openbare en niet-openbare kantines in te voeren. Om verspilling tegen te gaan, wil hij ook dat het Gewest het federale en Europese niveau aanmaant om de houdbaarheidsdata op niet-bederfelijke producten af te schaffen (pasta, rijst, zout, azijn, peulvruchten …).

Voor supermarkten: een positieve vraag creëren

80% van Brusselaars doen hun boodschappen in de supermarkt. Het is dus uiterst belangrijk dat de supermarktsector hierbij betrokken wordt, zelfs al is die sector geen enkel engagement aangegaan ten aanzien van de Raad.

  • De Good Food-strategie ondersteunen (en versterken)

De Raad stelt voor om de schappen in supermarkten anders in te richten om de aandacht te vestigen op lokale productie, duurzame producten en alternatieven voor vlees. Het is ook de bedoeling dat vlees en junkfood minder plaats innemen in de schappen van de supermarkten. Het Gewest moet op federaal en Europees niveau optreden om houdbaarheidsdata af te schaffen, maar supermarkten hebben op hun eigen niveau ook een rol te vervullen. Zo beveelt de Raad aan dat supermarkten producten kunnen verwerken waarvan de houdbaarheidsdatum bijna verstreken is en dat ze producten die bijna voorbij de houdbaarheidsdatum zijn en zogenaamde beschadigde producten via kortingen beter zichtbaar maken in de schappen.

Voor de horecasector en de ondernemingen heeft de Raad, in het besef dat de andere voorstellen niet binnen zijn mandaat vallen, ook een reeks gematigdere voorstellen gedaan. Het doel is ook om aan te tonen dat de inspanningen collectief moeten worden geleverd om de ambities waar te maken. Wat heeft het voor zin om een reeks maatregelen voor te stellen om verspilling tegen te gaan als de horecasector zijn steentje niet bijdraagt? En waarom zouden grote ondernemingen in hun MVO niet iets opnemen over anti-afval/duurzaam voedsel?
Ontdek alle voorstellen op: https://www.assembleeclimat.brussels/wp-content/uploads/2024/02/AAC-Rapport-2-FR-web-double-pages.pdf