Het burgeradvies werd ingediend bij de Regering

De leden van de tweede cyclus van de Burgerraad voor het klimaat hebben op dinsdag 6 februari officieel hun advies bij de Brusselse regering ingediend.

 

(c) Bryapro

De opdracht was ambitieus, de conclusies zijn duidelijk: er moet op gewestelijk niveau actie worden ondernomen!”, zei Barbara Dewulf op de opening van het evenement voor de overhandiging van het advies van de Burgerraad voor het klimaat aan de Brusselse regering. Voor de aanwezige journalisten, leden van de overheidsadministratie en spelers uit de voedingssector, herhaalde de directrice-generaal van Leefmilieu Brussel het belang van een participatieve aanpak om de doelstellingen van koolstofneutraliteit te bereiken.

Martine, Véronique, Rodrigue, Amélie et Janvière hebben zich rechtstreeks gericht tot de minister van Minister van Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie, Netheid en Gezondheid, en de staatssecretaris voor Economische transitie en Wetenschappelijk onderzoek. Voor hen “is dit een echt democratisch experiment dat moet worden voortgezet” en het onderwerp ‘voeding’ is des te belangrijker omdat het een sterke link heeft met de brandende actualiteit en de woede die wordt geuit door de boeren en boerinnen.

Wat kan er gedaan worden om alle Brusselaars in staat te stellen om tegen 2050 over te schakelen naar een duurzamer en kwaliteitsvoller voedingspatroon? Dat is de vraag die gesteld werd aan de Raad. De deelnemers en deelneemsters identificeerden drie actieprioriteiten: het verminderen van vleesconsumptie, strijden tegen voedselverspilling en het ondersteunen van duurzame, lokale voeding (lees meer over de prioriteiten). Dit thema brengt een aantal uitdagingen met zich: de strijd tegen de klimaatveranderingen natuurlijk, maar ook de volksgezondheid en niet te vergeten “het sociale aspect, de rode draad doorheen onze gesprekken”, wat leidde tot “enkele moeilijkheden bij het bedenken van een eerlijk mechanisme”.

De burgers van de Raad benadrukten de systemische dimensie van een dergelijke kwestie en de noodzaak van een engagement van alle spelers en speelsters uit de voedselketen. Daarom zijn sommige van hun voorstellen ook gericht op de supermarktsector en de bedrijfswereld. Daarom werd het Brussels Gewest gevraagd om als doorgeefluik te fungeren naar de federale overheid en de horeca. “Wij zijn bereid om ons in te zetten, jullie ook?”, vroegen de burgers.

“Jullie hebben gelijk dat jullie de overheden op hun verantwoordelijkheden wijzen”, reageerde de minister. Hoewel de regering pas in april een eerste reeks antwoorden op de aanbevelingen zal geven, heeft de minister al verklaard dat ze “stof tot nadenken zullen bieden aan administraties, kabinetten, politici en politieke partijen”, vooral wanneer de Good Food-strategie in 2025 wordt herzien. Als antwoord op de bezorgdheid over de opvolging en de continuïteit van het mechanisme in het geval van een regeringswissel, kondigde de minister aan dat “de administratie zou blijven bestaan en garant zou blijven staan voor de continuïteit van de Staat” en dat er “een wettelijke basis voor de Raad in de maak was”.

De staatssecretaris erkent de aanbevelingen met betrekking tot de economische activiteiten en het feit dat er rekening wordt gehouden met de gevolgen van onze praktijken in Brussel, maar ook daarbuiten: “We zijn tot dezelfde conclusie gekomen als jullie: we zitten in een economisch model dat te veel vraagt, zowel van het milieu als van de mens (…) daarom heroriënteren we beetje bij beetje onze steun om deugdzame bedrijven te helpen”.

De relevante maatregelen zijn volgens Solène Sureau, een onafhankelijke experte en onderzoekster bij CEESE/ULB, die met betrekking tot grootkeukens en de maatregelen die gericht zijn op supermarkten, die deze dwingen duurzame producten te ondersteunen voor meer “sociale rechtvaardigheid en toegang tot gezond voedsel”.

De betrokken administraties en de regering hebben tot 22 april de tijd om uit te werken hoe ze op de aanbevelingen van de burgers zullen reageren. Dit is de eerste gelegenheid voor feedback, aangezien een jaar later een 2e alomvattende evaluatie van alle voorstellen is voorzien. Ook heeft de minister de “cultuuromslag” benadrukt die het advies heeft teweeggebracht, met name wat betreft het verminderen van vlees. “Een paar jaar geleden zou deze boodschap ondenkbaar zijn geweest” … Klaar voor de verandering?